Ik kijk naar links en zie nog net de staart van de barracuda, voordat ‘ie het bloedkoraal in schiet. Van opwinding begin ik sneller te ademen in mijn mondstuk. Barracuda’s, die zie je niet overal! Ik snorkel verder en zie de kleurrijkste vissen, planten en koraalrotsen onder me liggen. Eigenaar Gianni van Sa Prata had gelijk, toen hij vanochtend zei dat het snorkelen op Sardinië echt de moeite waard is. Het water is zo helder als zwembadwater: de turkooizen kleur kun je zelfs in het water goed zien. Dan valt mijn oog op een wrak, zo’n veertig meter onder me. Terwijl ik rustig verder zwem, beeld ik me in hoe het wrak daar terecht is gekomen.
Een uurtje later wandel ik terug naar Sa Prata om Gianni alles over mijn snorkelavontuur te vertellen. Op weg naar boven kom ik langs het dorpje San Teodoro. Het gezellige terras lonkt en ik strijk neer voor een cappuccino zoals een cappuccino hoort te zijn. Om me heen zie ik keuvelende vakantiegangers en oude Italiaanse vrouwtjes, sjouwend met tassen van de markt. Ik geniet zo van het dorpsleven dat ik nog een cappuccino neem. En nog een. Tegen het einde van de middag zoek ik Sa Prata weer op.
“En, hoe was het snorkelen?” Gianni loopt dwars over het uitgestrekte terras, als hij me ziet. We gaan zitten aan een tafeltje en enthousiast begin ik te vertellen over al het moois dat ik onder de zeespiegel heb gezien. Gianni’s ogen lichten op en hij kijkt over mijn schouder. “Kijk, daar heb jij net gezwommen. Kun je het je voorstellen?” Ik kijk achter me en zie de helderblauwe zee, sprookjesachtig verlicht door de ondergaande zon. Denkend aan de mooie vissen en het wrak, besluit ik morgen nog een keer de zee in te gaan.