Tito, mangiare qui?’ roept madre vanaf het balkon op de binnenplaats. In mijn hoofd maak ik een dansje van geluk. Wat een folklore! Waar ik ben? Bij Azienda Duca di Castelmonte, een eeuwenoude kleurrijke boerderij waar het echte Italiaanse leven nog de normaalste zaak van de wereld is. Eigenaar Toto kijkt me lachend aan ‘Eet je mee? Mijn moeder kookt hier voor iedereen. En we gebruiken alleen maar de producten van eigen land.’ Ik denk aan de olijf- en de citrusgaarden en de verse tomaten die ik net zag. ‘Dolgraag!’ lach ik.
Vlakbij Trapani, in de binnenlanden, vond ik de warme sferen van de agriturismo van de familie Curatolo. En al snel had ik door: deze azienda is een lust voor mijn oog. De terracottakleurige en gele muren, de felblauwe luiken, de bloeiende tuin en al die snuisterijen dankzij de eeuwenoude familietradities. Zonet liet Toto me foto’s zien van hoe ze vroeger op de binnenplaats aten. En nog steeds wonen moeder, broer en zus hier. ‘We willen alle zintuigen stimuleren,’ zegt Toto als we samen verder lopen naar de grote tuin, via het kapelletje, langs het zwembad, richting de appartementen. ‘Vroeger waren dit de veestallen. En nu mag jij hier slapen,’ lacht hij. In de schaduw van de boom tref ik diezelfde warme en traditionele stijl, maar ik mag alleen mijn tas neerzetten, want ‘er is nog zoveel meer.’ Toto neemt me mee naar de kippen, de pauwen en de rest van de dieren. En naar nog zo’n perfecte plek voor kinderen: de speeltuin. Ik glimlach: wat ruik ik daar?
‘Mi madre is klaar!’ Ik wil rennen naar het restaurant, waarvan ik nu al weet dat ik er vaak ga eten. Hoe Siciliaanser, hoe beter. Ik wil het hier allemaal meemaken. Dolgraag.